maandag 30 november 2015

Letselschade in het verkeer


In Nederland vinden er jaarlijks heel wat ongelukken plaats. In het jaar 2014 zijn er meer dan 500 mensen verongelukt in het verkeer. Voor het grootste deel is er dan schade aan een voertuig. Ook kan het zijn dat er letselschade ontstaat door een auto-ongeluk. Hierbij is het belangrijk om te bepalen wie er verantwoordelijk is voor de bijbehorende schade.
Autoverzekeringen
Een autoverzekering dekt altijd de materiële en immateriële schade aan anderen.  Er zijn verschillende soorten verzekeringen. Hieronder volgt een overzicht van de meest voorkomende.
De eerste categorie verzekeringen zijn allrisk verzekeringen. Deze vergoeden alle voertuigschade na een ongeval. Een vooraf bepaald bedrag, eigen risico, moet zelf worden betaald. Andere schade wordt niet vergoed door deze verzekering zoals bagageschade, beschadigde kleding, letselschade. Tevens dekt deze verzekering eigen aansprakelijkheid tegenover anderen, zoals een andere weggebruiker, of schade van een passagier in de auto.
De tweede categorie verzekeringen zijn WA-plus verzekeringen. Deze verzekeringen vergoeden in een aantal gevallen de voertuigschade. Een WA-plus verzekering dekt de schade bij: brand, diefstal en bijvoorbeeld een aanrijding met wilde dieren.
De derde categorie verzekeringen zijn WA-verzekeringen. Deze dekken alleen de eigen aansprakelijkheid tegenover anderen. Deze verzekering dekt dus niet de schade aan een eigen voertuig.
Passagiers bij een verkeersongeval
Als passagier zijnde kan er geen schuld worden toegerekend. De passagier moet de letselschade vergoed krijgen van één van de betrokken verzekeraars. In Nederland wordt de letselschade van passagiers altijd volledig vergoed, op basis van de ‘Bedrijfsregeling Schuldloze Derde.’ In de wet –en regelgeving wordt dit vermeld als een schuldloze derde. Helaas kan het wat langer duren, voordat een van de twee partijen de schade vergoed. Gelukkig bepaalt de wet- en regelgeving dat de passagier altijd de letselschade krijgt vergoed. Er bestaan natuurlijk uitzonderingen op deze regel, wanneer een passagier bijvoorbeeld de gordel niet om heeft gedaan. In deze situaties heeft de passagier recht op tenminste 50% van de letselschade. In de praktijk is het soms moeilijker om de letselschade te verhalen. In Nederland bestaat het recht op kosteloze rechtshulp bij letselschade na een verkeersongeval. Het is wenselijk om ook een aanvullende inzittendeverzekering af te sluiten. Er bestaan twee soorten inzittende verzekeringen: een ongevallen-inzittende verzekering (OIV) en schadeverzekering inzittende (SVI).
Er zijn twee belangrijke verschillen tussen deze twee verzekeringen. De OIV keert eenmalig een afgesproken bedrag uit, de SVI kijkt naar de werkelijk geleden schade en keert daarna een bedrag uit. Dit betekent dat bij de OIV direct wordt uitgekeerd en bij de SVI kan het langer duren tot de schuldvraag bekend is. Het bedrag van de SVI wordt achteraf bepaald, hierdoor ligt het bedrag dat wordt uitgekeerd vaak hoger bij de SVI. Ook keert de OIV niet altijd  een geldbedrag uit, alleen bij blijvende invaliditeit of overlijden. De SVI keert altijd een geldbedrag uit. Bij beide verzekeringen maakt het niet uit wie de schuldige partij is, voor het uitkeren van het bedrag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten